Indien toch een steen van een dak op
iemands hoofd gevallen is en hem gedood heeft, dan zullen zij bewijzen, dat die
steen gevallen is om het mens te doden, want indien de steen niet tot dit doel
met Gods wil gevallen was, hoe konden dan zoveel omstandigheden (want dikwijls komen
zij samen) bij toeval samenkomen? Je zult misschien antwoorden, dat dit gebeurd
is, doordat de wind woei en het mens erlangs moest gaan. Maar ze zullen
aandringen: Waarom woei de wind toen? Waarom moest het persoon juist op die
tijd daar langs gaan? Indien je wederom antwoordt, dat de wind toen ontstaan
is, omdat de zee de vorige dag, toen het nog stil was, in beweging was gekomen,
en omdat het mens door een vriend was uitgenodigd, dan zullen zij, aangezien er
geen einde aan het vragen is, wederom aandringen: Waarom kwam de zee in
beweging? Waarom werd het mens tegen die tijd uitgenodigd? En zo zullen zij
niet ophouden verder de oorzaken van de oorzaken te vragen, totdat je tot de
wil van God, dat is de schuilhoek van onwetendheid, je toevlucht neemt.
Spinoza.
Spinoza.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten