'De beeldende kunst kent de horror vacui, de onbedwingbare drang om iedere vierkante centimeter met ornamenten op te vullen. In de wetenschap is er eerder sprake van amor vacui, de omarming van de lege ruimte. De witte vlakte lokt onherroepelijk.'
Robbert Dijkgraaf in het NRC (hulde)
-
De horror vacui is, jawel, benoemd op mijn school - ik denk ook berucht, al is men denk ik zich niet bewust van waar men nu bang voor is. De horror vacui is benoemd, tijdens Verhaal, de meest schoolse lessen die ik ooit heb gekregen op mijn school. Iemand stelde dat hij niet wist waar zijn verhaal over moest gaan, en daar kwam het woord opborrelen - de horror vacui. De oplossing was simpel, zo leek het - het enige wat hoefde te gebeuren was zijn 'horror' in een 'amor' te veranderen: 'Schrijf een verhaal over de leegte!' was het advies. Prima, prachtig advies, maar toen bleek dat de helft van de klas hetzelfde probleem had.
Ik herinner me het gesprek die ik voerde met klasgenoten. De mensen van Grafisch Design willen alleen maar mooie plaatjes maken. Ze maken esthetische beelden. Wij, illustratoren, maken esthetische of juist non-esthetische beelden die verhalen vertellen, of concepten in zich dragen, protesten, denkbeelden - zo is het idee. Derhalve is het denk ik ook dat de horror vacui meer speelt onder illustratoren dan de mensen van Grafisch Design. Met deze angst speelt bij mij de vraag: Tot welk doel maken we de kunst dan?
Een klasgenote merkte gisteren iets heel geniaals op: Illustratoren. althans, de mensen uit mijn klas, hebben een esthetisch gevoel voor 'non-esthetische' beelden. Vergelijk het met mijn grote liefde voor het lelijke. Wij noemen alles waar op gekliederd en gegooid is 'fijn'. Hoe we eraan komen is mij nog een raadsel. Dan nu de vraag, tot welk doel we de kunst dan maken.
Ik ken iemand die kritiek heeft op hoe de kunst opereert heden ten dage. Hij is tegen de zogenoemde 'Ik snap het niet-kunst'. Mensen zijn geneigd te denken dat er één 'kunst' is. Maar kunst heeft meerdere bestaansgronden. Zo is het economisch perspectief veranderd. Ik denk dat het merendeel van de kunstenaars tegenwoordig vooral vanuit zichzelf werken. In vroegere tijden kon dat denk ik ook, mits je rijk was en genoeg tijd over had voor een leuke hobby. Daarnaast is er de kunst, ik noem het nu gewoon kunst, die vanuit het esthetische oogpunt is gemaakt. Ook de krant die je elke ochtend of avond openslaat is gerangschikt volgens esthetische waarden.
Binnen de kunstwereld hangt er inderdaad een horror vacui-sfeer. Ik las onlangs een stuk in de krant, waarin de auteur zuchtte en verlangde naar de tijd waarin kunst de wereld gewoon mooi maakte. Zeg dat, en daarin tegen krijg je weer de boze tegenargumenten opgeworpen: Kunst heeft een doel, kunst is er voor iedereen, hoe kan kunst nu kunst zijn als het 'niks' betekent? Hoe kan kunst nu enkel het esthetische in zich dragen, want daaruit zal volgen dat het Ikea-glazenpakket die je gisteren hebt gekocht, omdat je ze 'mooi' vond, ook kunst is.
Het idee dat illustratoren beelden maken mét inhoud, klinkt prachtig, maar is tegelijkertijd ook een dwingende eis. De horror vacui: Mijn verhaal gaat over niks, die tekening zegt niks, waarom plak je een rood blaadje op een wit papiertje, wat wil je daarmee zeggen? Een vriendin die zucht: 'Ze kwamen allemaal aan met beladen onderwerpen, er is een week voorbij, ik heb nog niks.' En ik die peinsde, ik die peinsde over alle beladen onderwerpen die al honderden keren zijn behandeld.
Waarom veranderen wij onze 'horror' niet in een 'amor'? Waarom kunnen zelfs de kunstenaars niet accepteren dat zolang de kunst de kunst heet, zoekende is? Dat lijkt mij de enige oplossing. Accepteren dat de kunstwereld is zo als hij is, en de kunstwereld is bewegende, stromende. De kunst is als een spiegel, evenwaardig aan de wetenschap - naar postmoderne waarden. De kunst is als een vervormde, gekleurde spiegel, die soms sneller leidt naar de waarheid, en soms ons vertraagt, wat niet erg is. Waarom zou je je afzetten, en propaganderen tegen de 'onnuttige' kunst, of tegen de 'Ik snap het niet-kunst', of tegen de 'Dat kan mijn broertje ook-kunst'? Waarom accepteren we de kunst niet zoals hij is? We kunnen niks anders, daar is de kunstwereld nu de kunstwereld voor: De kunst is breed en omvat zoveel dingen, dat het niet te sturen is naar één idee. Er is niet één kunst. Er is esthetische kunst, er is non-esthethische kunst, er is kunst met inhoud en kunst gevuld met ornamenten, kunst gemaakt uit economisch perspectief, of politiek, noem het maar op. Men zet zich af tegen kunst die enorme concepten in zich dragen of een zeer intrigerende historie hebben, omdat die kunst ongrijpbaar is. Men zet zich af tegen het portret van, hoe heet ze, die prinses uit Engeland, ik en het koningshuis zal altijd een ramp blijven, en ik zal - of de toekomst moet anders lopen - altijd republikein blijven. Kate, zo heet ze. Er is een portret gemaakt van prinses Kate, er is een portret gemaakt van koningin Beatrix. Maar zo zijn ze helemaal niet! roepen de mensen verontwaardigd uit, ze lijken nu ouwelijk, ze lijken nu manisch-depressief, of weet ik veel wat. Een columniste van het NRC, ik ben haar naam kwijt, schreef daar een prachtig stuk over. Waarom accepteren we niet dat de kunstenaar de dingen ziet zoals hij ziet? En zo is het maar net. De kunst zal altijd de kunst blijven, inclusief het gemopper van de mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten