woensdag 3 april 2013

Rommel

Plots gingen er, binnen mijn (relatieve) persoonlijke ruimte, twee jongemannen staan. Met de rug naar me toe. Op het perron, terwijl er genoeg plek was. Het was slim van ze, want net als ik zijn ze gaan staan op de plek waar de treindeuren eindigen. Ik bekijk ze even, ik geef toe, van top tot teen. Het waren waarschijnlijk brugklassers - in iedergeval van de middelbare nog, aangezien hun taalgebruik me deed denken aan onzekere tijden. Beugels, de lange benen met de relatief korte bovenlichamen, de spijkerbroek die recht naar beneden valt, gel in het haar en een brilletje. Daar kwam een derde bij. Met een uitnodigend 'jooo!' werd hij begroet. Nog 2 minuutjes maar. Nog een minuutje maar. De jongen voor me krabte aan zijn kont. En daar kwam hij al aan -

Niet de trein, maar de jongeman die mij nu al vanaf het begin van mijn schoolcarrière bezig houdt. Het is niet om de vitamine D dat ik smeek om de zomer, maar puur om hem. Elke ochtend, komt hij daar aan lopen. Hij is een jaar of 30, zo schat ik, een vrij jonge gast met een flinke baard, zo'n hipster-baard, een beetje. Aan de andere kant van het perron staat hij altijd op de zelfde plek, en ik kan het nooit nalaten hem aan te staren, maar hij, hij kijkt niemand aan. Stoïcijns op zijn doel af. Waarschijnlijk denkend over de croissantjes die hij in de morgen heeft gegeten. Gekleed in zijn beste kleren, zo lijkt het, want hij lijkt qua kleding op de oudere zakenmannen die mij voorbij lopen. Goed zittende pantalon, goed gepoetste schoenen, een lange jas en het koffertje in de hand. Nu is dat nog niet zo bijzonder, ondanks zijn wat jongere leeftijd. Neen, het geen wat mij mateloos fascineert, is zijn muts. Zon of geen zon, hij draagt die muts constant. Een heel grote, van bont, met twee enorme flappen aan de zijkant. Gecombineerd met zijn stoïcijnse gezichtsuitdrukking en zijn rechte, nette pas weet hij mijn aandacht telkens te trekken. Ik smeek om de zomer. Lieve jongeman, hoe zal je zijn in zomerkleding? Een lichte pantalon, een kortere jas met de bontmuts? Of een blauwe pantalon, lichtere schoenen, een dunnere jas mét de bontmuts? 

Het is me dit vraagstuk dat me dit deed schrijven. Mijn hoofd is de laatste tijd rommel, erg vervelend.  Normaal gesproken kom ik met een half uurtje Ethica en veel slaap wel doorheen, maar de dagen, de herinneringen en vooral de onuit-gedachte en korte gedachtes houden mijn hoofd vol. Het geen wat er uit me komt is vaak ook niet erg zinnig. Dat is het fijne van een schoon en helder hoofd, veel wat je zegt, heeft een bepaald nut. Ik heb al aardig wat gedaan om mijn hoofd weer helder te krijgen. Zo is zowel mijn atelier als mijn kamer spik en span, slaap ik vrij veel, probeer ik niet te veel aan korte dingen te denken, wat me trouwens niet lukt. In de trein opende ik mijn tas, pakte ik mijn Korte Verhandeling, en bleek hetgeen wat 'karma' heet ook mij tegen te werken. Ik verweet mijn vriendin nog dat het haar eigen schuld was dat haar inktpotje open was gegaan, en dat ze er tape om heen moest doen, het geen ik had gedaan, maar blijkbaar niet had geholpen, aangezien de kaft van mijn KV vol zat met inktzwarte vlekken -goddank niet op de bladzijden.

Na een secure maar snelle reddingsactie was het ergste leed voorkomen, en probeerde ik mijn gedachten stil te krijgen, maar de twee jongens achter mij spraken over schoolvakken als 'Ethiek' en 'Businessplan' en dingen als economische centra en centra economica, dus toen vlogen de gedachten over een een systeem waarbij mensen hun opleiding meer verbinden met de dagelijkse realiteit, maar na een paar seconde was dat mijn hoofd al uit en hield ik me bezig met lezen. Ik besloot thuis eerst te eten, en dan het allemaal van mij af te schrijven - misschien is mijn hoofd op een dag weer wat helderder.

 
 
 
 

1 opmerking:

  1. Dag lieve Lotte,
    Zeker zal je hoofd op een dag weer wat helderder zijn, vrees niet. Die "lieve jongeman" in kantoorkleding met bontmuts, zal ooit je hoofd weer verlaten. Intussen doet het me deugd te zien dat je nog altijd de Ethica leest en blijkbaar ook de Korte Verhandeling. Jammer van die inktvlekken, maar je bent er niet ondersteboven van, daar ze alleen op de cover zitten en "goddank niet op de bladzijden". Aardig dat je er (Spinoza's?) God voor dankt. Ach je moet toch wát zeggen, ook al was 't niet te vermijden: dat inktpotje was immers niet goed dichtgemaakt; zo gaat het dan.
    Dank voor je link naar Thomas Saliot - een flink erotisch schilder, zoals het een echte schilder betaamt. Een schilder die zo z'n hoofd leeg maakte en dat van anderen op hol brengt. Zo houden we elkaar bezig in het wereldnetwerk dat ons gevangenhoudt.
    Het ga je goed. De lente schijnt er nu aan te komen.

    BeantwoordenVerwijderen