zaterdag 14 april 2012

Poging tot poëzie: School

Dag school, ik ga je niet missen
Hoe vaak had jouw voornaam geen vervelend woord?
Hoe vaak heb ik je uitscholden en vervloekt?
Dag, dag school.

School, ik weet nog wel
Vijf jaar terug al weer - daar liepen we dan
De vloeren waren nog glad, dus het was glijden en uitglijden
Onze tanden waren nog scheef, onze ego's zo klein
Het was lachen met een lach die we, later, voor eeuwig zouden verbannen
We waren nog lief en braaf
Periodes van hagelslag, broodgevechten
(Wist je trouwens dat het heel leuk was om je boterhamzakje te laten zwefen door het van onderen te blazen?)

De ego's, ja de persoonlijkheden
Wat kregen die vorm
Gehuld in felle patserkleuren en een shuttershade
Noemde je nog alles 'tof''
Tekende je stiekem poppetjes op alles
Want dat durfde je - je was immers groter dan voorheen

Verhuizing, nieuw gebouw
Ja, daar stond je dan. Nee, je was niet groot.
Je was klein en je kon de weg niet vinden.
Met als enige maten een paar zeer gestoorde wezens
Wezens, de persoonlijkheden
Van absurd en nutteloos aplaus, van polonaise tot sinterklaasmasker
Van decibelmeter tot niveau 1
En een zonnebril in het water

Toen
Ja, en oh, wat ging het snel
En ja en oh, wat was je jaloers
Wat ging het langzaam eigenlijk
Een week Berlijn,
'Möchten wir die Nachrichten?'

En nu, een poging tot omschrijving van de realiteit van mijn gevoelens
Wat is het toch snel gegaan, die ego's, die onzekere ego's, zijn nu allemaal volwassen geworden.
De gesprekken gaan over serieuze dingen,
We voelen ons vooral volwassen, denk ik
Met gemengde gevoelens lopen we, fietsen we

Want wat we altijd zo gehaat en vervloekt hebben
Zal na vijf jaar,
Oppeens verdwenen zijn.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten